6 uur. De wekker gaat. Beep beep beep. Vrouw vraagt of dat uit kan. Ik zeg keihard NEE. Of ik dan niet op z’n minst op moet staan zodat ze het zelf kan doen. Weer zeg ik keihard NEE. Maar dat is natuurlijk niet zo, dus ik sta toch op. Die kutwekker zet ze zelf maar uit. Eerst maar even ontbijten. Kinderen zijn al op en aan het ontbijten. Of ik cornflakes wil. Ja, daar zeg ik dus keihard NEE op. “Kut voor je pap. Het brood is op.”
Godverdomme. Het is al maandag en dan dit. De supermarkt is toch zeker 300 meter lopen. En net open dus staat het er vol met bejaarden die het wel en wee van hun kleinkinderen staan te bespreken.
Nouja, naar het brood dan maar. Kut, het is nog aan het afbakken. Vraagt zo’n winkelmeisje of ik misschien gratis koffie wil terwijl ik wacht. Koffie. Klinkt eigenlijk wel lekker. Het is nog vroeg ook en ik ben nog niet wakker. Ik zeg er dus keihard NEE tegen. Met hun wachttijd. Alles wat deze kutsupermarkt wil dat ik doe ben ik tegen. Behalve er winkelen dan, want ik ga echt geen 500 meter naar de concurrent lopen.
Na wat wachten is het brood eindelijk klaar en stop ik het in mijn mandje. Op weg naar de kassa nog een pak melk in het mandje en voorgesneden plakjes jong belegen kaas, want dat is in de aanbieding. Bij de kassa vraagt de cassière of ik een actiepasje heb. Ik zeg er keihard NEE op. Ik heb zo’n ding wel, trouwens. Hangt aan mijn sleutelbos. Vervolgens reken ik de producten zonder aanbiedingskorting af.
NEE, ik wil geen bonnetje. NEE, NEE, NEE, en nog eens NEE. Keihard.
Haha, stel je voor en dan is het pas maandag half 7! Gaat een zware week worden…
Wat kan-ie zingen hè, die jongen.