Een drama. Een tragedie. Een farce. Een voorstelling. Een voorstelling die sinds 2009 speelt. Sinds 2009, toen de voorstelling écht begon, het doek omhoog ging en de schijnwerpers aan. De voorstelling die begon met Grieken die werden geconfronteerd met een financiële crisis. De grootste crisis sinds het einde van de Griekse Junta, het einde van het Kolonelsregime. Zoals elk Grieks drama begint ook dit Grieks drama met iets kleins. Zoals elke sage of mythe is een kleine eenvoudige handeling de oorsprong van het verhaal, de opmaat naar een eerste scene, de opmaat naar ellende. Vaak begeren de goden iets dat ze niet bezitten, doen ze elkaar een belofte die ze niet kunnen nakomen en het leed is geboren, de teerling is geworpen.
Het thema is vaak lust. De goden, in alle ironie, gedreven door de menselijke begeerte, willen aan hun hartstocht toegeven. Er zijn verhalen geschreven door Ovidius over de Griekse oppergod Zeus die achter de meisjes aanging. Zeus, die op iedere mooie vrouw verliefd werd die hij tegenkwam. Zeus die met Io naar bed ging. Zeus die met Semélê sliep. Zeus die verliefd werd op Ganymedes. Zeus die Europa schaakte. Zeus die steeds bezig was zijn vrouw Hera aan het lijntje te houden. Zijn vrouw Hera die niets van zijn escapades mocht weten. Zijn vrouw die voorgelogen moest worden. De vrouw die voorgelogen werd door Zeus om zijn eigen buitenechtelijke lusten te verbergen. Want als Hera de minnaressen van Zeus ontdekte, was haar wraak onontkoombaar. En Hera kwam er altijd achter. Het lot is onontkoombaar.
En zo begint onze voorstelling ook: met een leugen. Bij aanvang van de eerste scene blijkt al snel dat de financiële crisis waarmee de Grieken geconfronteerd werden, een som is van jarenlange dubbele boekhouding, schuiven met geld, fraude, belastingontduiking en corruptie. Een boekhouding die jarenlang verbergt hoe slecht Griekenland er voor staat, hoe diep de beerput is waar Griekenland in zit. Hoe enorm de problemen zijn waar het land mee kampt. In 2010 wordt pas echt duidelijk hoe groot de schulden zijn. De aap komt uit de mouw. De ECB komt er achter dat de grieken muurvast, tot hun nek, geketend in de misère zitten. De eerste scene opent spectaculair: Griekenland is failliet, al het geld is op, het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos. Het Griekse rampjaar. Maar gelukkig is er een hele grote pot met geld die “Europa” heet.
Europa komt Hellas te hulp, aan het begin van de tweede scene met 110 miljard euro! Met 110 miljard euro redt Europa Griekenland. Met 110 miljard euro geeft Europa Griekenland een kans om er bovenop te komen. In de tweede scene zien we dan ook hoe de Griekse staatslieden naar smeekbedes van Europa hervormingen beloven, hoe een oude regering ten onder gaat, hoe een nieuwe regering gezocht wordt. Een regering die met veel moeite en heel broos keiharde hervormingen moet gaan doorvoeren. Een regering die het volk moet uitleggen “dat het zo niet verder kan”, dat je belasting moet betalen en dat je moet werken. Het Griekse volk is woedend! “hebben wij niet altijd keihard gewerkt onder de brandende zon?” roept het volk. “hebben wij niet altijd belasting betaald?” roept het volk. “al die hoge heren uit Athene, het zijn zakkenvullers allemaal, en nu betalen wij de rekening, dood, dood, dood!” zingt het volk. De 110 miljard Euro is verdwenen in de onmetelijk diepe put.
Europa ziet het allemaal gelaten aan. Zij ziet hoe het volk jammert, zij ziet hoe de Griekse regering geen oplossing kan vinden, en zij ziet hoe het land langzaam de afgrond inglijdt. In de derde scene probeert Europa het nogmaals. In november 2011 schenkt Europa Griekenland nog eens 240 miljard euro. Maar het mag niet baten. De regering is inmiddels opgestapt en de President van Griekenland schrijft weer verkiezingen uit. Europa heeft inmiddels een flink probleem met haar overige inwoners. Veel landen zien dat de Griekse put geen bodem heeft. Veel landen zien dat er een einde aan de ECB-steun zal komen, veel landen zien dat geld niet dé oplossing is voor het Griekse probleem. Misschien moet Griekenland maar alleen verder?
Alexis Tsipras. In januari van dit jaar arriveert Alexis Tsipras op de Acropolis. Alexis Tsipras de leider van de linkse EU-kritische partij Syriza. En Alexis Tsipras zal Griekenland gaan redden. Alexis Tsipras zal keihard gaan onderhandelen met Europa. Alexis Tsipras zal alle schulden aan Europa gaan aflossen. Deze vierde scene begint als de eerste: met wéér een leugen. De miljardenschulden worden afgelost per miljoen, en we weten allemaal dat een miljoen een één-duizendste is van een miljard. De schulden worden dus in promilles afgelost. Alsof je een voetbalveld met een nagelschaartje knipt. Het is water naar de zee dragen. Lood om oud ijzer. Een Augiasstal. De Griekse schulden gaan nooit meer afgelost worden en iedereen weet dat. Griekenland heeft beloftes gedaan die ze niet kan nakomen. Europa heeft beloftes gedaan die ze niet kan nakomen. Het Griekse probleem gaat nooit opgelost worden. En waar Hellas en Europa elkaar eerst verleidden met geld en beloftes, heeft Griekenland inmiddels al weer andere vriendjes. De financiële crisis leidt tot een relatiecrisis, de financiële crisis leidt tot een relatiebreuk. De liefde is over. Naar Rusland wordt lonkend gelachen. de Russische tsaar staat met open armen te wachten. “Laat die Europa toch, het ware geluk vind je bij ons” zo verleidt de tsaar. Een komische plotwending.
De laatste scene, het slotstuk, zal morgen opgevoerd worden. De “grande finale”. The big-bang. Het Griekse volk zal redeloos naar de pinautomaten rennen om al het geld dat ze nog hebben te cashen. Het Griekse volk zal redeloos de straten op gaan om te protesteren. Het Griekse volk zal staken en weigeren belasting te betalen. De Griekse regering zal aantonen dat de wortel van alle kwaad, de bron van alle misère, bij Europa ligt. Dat Europa Griekenland verleid heeft. Dat Europa Griekenland misleid heeft. De Griekse regering zal radeloos een referendum uitroepen over Europa. “Een Ναι of een Όχι?”, Tsipras kan niet zelf beslissen. Tsipras zál niet zelf beslissen. Tsipras wéét dat hij een verloren zaak heeft. Tsipras weet dat Griekenland 1 juli failliet is. Dat Griekenland uit de Eurozone stapt. Tsipras weet wat hij van het begin af aan al wist, vanaf het moment dat hij de Acropolis beklom: de leugen van Griekenland is over en het einde is in zicht. Het lot is onontkoombaar. De wraak van Hera is onontkoombaar. Alles komt terug. Het doek is gevallen.
In de foyer kan het publiek genieten van een hapje en een drankje. De zus van Helma Neppérus maakt een heerlijke mix van Ouzo en Bitter Lemon. 1 deel Ouzo, 3 delen Bitter Lemon, crushed ice en limoen (sap van 1,5 limoen). Jamas!
Epiloog: “It ain’t over till the fat lady sings” volgens een Duitse sage.
Een mooie opsomming… Je had er ook nog bij kunnen zeggen dat de Griekse leugen begon met het wegkijken van Europa toen de toelatingseisen voor de Euro getoetst werden. Iedere econoom wist dat het niet klopte maar de Frans-Duitse tandem schreeuwde zo hard “hoe meer zielen hoe meer vreugd” dat geen enkel tegengeluid kans van slagen had. Waar schimmige constructies via Goldman Sachs getolereerd werden terwijl toen al duidelijk was dat die als een boemerang op termijn een veelvoud aan schulden op zou leveren.
Die 350 miljard is intussen waarschijnlijk via de Griekse 1% allang weer terug bij de Europese banken.