Ons hier op den RC’s lust wel een debatje op z’n tijd. Ook een stukje spreken voor grote menigtes schudden wij zomaar uit onze mouw. Edoch, zelfs wij buigen ons hoofd voor deze absolute grandmaster of public speaking. De organisatie Toastmasters is een non-profit die mensen helpt en leert en plein public te spreken en organiseert jaarlijks een World Championship of Public Speaking. En nu heeft Mohammed Qahtani vermoedelijk al wel wat aanleg gehad, maar jezus wat is die gast goed. Z’n speech heet “The Power of Words” en omg, klik op play en zie zelf.
Ik ben bepaald niet onder de indruk. Komt misschien omdat hij zoveel praat, maar tegelijk zo weinig zegt.
Zo, al drie drogredenen in de eerste minuut.
Vooral ook niet verder kijken dan, want dan moet je met het schaamrood op de wangen toegeven dat je weer eens te vroeg stond te blaten.
https://youtu.be/v80tQq_tyVE?t=1m6s – Sukkel.
Joh. je bedoelt dat hij zegt dat hij de argumenten heeft verzonnen, een halve minuut later? Iets wat overigens niet waar is, wat hij zegt klopt grotendeels. Het probleem is dat zijn argumenten de problemen niet oplossen.
Bijvoorbeeld, het rookverbod is er niet omdat jij er kanker van kan krijgen, maar omdat anderen er kanker van kunnen krijgen.
Het probleem is dat hij denkt te laten zien hoe hij mensen inpakt met woorden, maar dat hij wel iets meer zijn best mag doen om dat op een manier te doen dat ik er niet direct gaten in schiet. Dus nee, niet onder de indruk,
Nog gefeliciteerd met je verjaardag overigens. kusjes.
Tjonge, is deze in de leer geweest bij Ratelband?
Hij zal het vast goed doen op ‘seminars’, managementcursussen en andere kansloze netwerkbijeenkomsten, maar wat doet dit soort inhoudsloze drab op mijn Retecools?
Best aardig maar ik houd meer van gedichies:
Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in ’t gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap, wijd en zijd –
laat mij daar midden uit oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij ’t roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren