Joh, daar gaat-ie weer hè, in IJsland. Een vulkaanuitbarsting nabij Reykjavik heeft de boel flink op stelten gezet. Kijk, in ons kikkerlandje maken we ons druk om een beetje hoogwater, maar daar? Daar spuwt de aarde vuur! Het is net een slechte B-film, maar dan echt.
Het ging allemaal los bij de Fagradalsfjall, een vulkaan die, geloof het of niet, al 800 jaar op z’n gat lag. En dan opeens, bam! Lava overal. Die gloeiende massa stroomde richting het dorpje Grindavík, en de lokale jochies en meisjes moesten natuurlijk maken dat ze wegkwamen. Stel je voor, je komt thuis en je huis is een barbecuetje geworden!
Maar, zoals het een goede IJslandse saga betaamt, kreeg het verhaal een twist. De lava, die eerst op weg leek naar Grindavík, besloot ergens anders een feestje te bouwen. Het dorp is gered! Het lijkt erop dat de inwoners hun pannetjes en plantjes weer terug kunnen gaan zetten. Misschien moeten ze wel een paar nieuwe Ikea-meubels halen, maar dat is altijd nog beter dan een huis zonder dak.
En wij hier in Nederland? Wij kijken met open mond naar die vurige plaatjes. Want zeg nou zelfje, zo’n spektakel zie je niet elke dag. Lava die door de straten stroomt, mensen die rennen voor hun leven – het is een hele andere koek dan de fiets diefstallen hier. Maar goed, de IJslanders, die zijn wel wat gewend. Die lachen om een beetje vuur en rook. En wij? Wij maken ons klaar voor de volgende poldercrisis. Zolang die maar geen lava bevat, vinden we alles best.