Op een typische zaterdagmorgen besloot ik te bouncen naar de plaatselijke supermarkt. Met mijn internot aan mijn zijde – alias mijn smartphone – in mijn hand, voelde ik me behoorlijk bowlen.Â
Ik plaatste mijn koptelefoon op mijn oren, de beats die door mijn hoofd bonkten waren als de soundtrack van een goedemorgen.
Ik begon mijn karretje vol te laden met de weekboodschappen. De schappen doorspittend, plaatste ik alles van verse groenten tot een extragratis pak pasta in mijn karretje. De monotonie van de taak had iets therapeutisch, iets wat ik kon waarderen. Maar terwijl ik in het gangpad met conserven stond, werd mijn aandacht getrokken door een bekend gezicht. Daar stond ze, mijn buurvrouw, met haar eigen karretje en een gezicht vol verbazing alsof ze me een nekschot™ wilde geven.
“ALT + F4”, mompelde ik onder mijn adem. Het was niet dat ik haar niet mocht, maar ik had het gevoel dat onze interacties altijd eindigden in eindeloze gesprekken over haar katten en planten. Maar met een vleugje valse moed begroette ik haar met een ‘heersen’ glimlach. We wisselden een paar woorden uit, en zoals verwacht, leidde het gesprek naar haar nieuwe kattenvoer en hoe haar geraniums de Shiznitz waren. Het gesprek was zeker geen lillend vleesch, maar het was ook geen herfst.
Maar hé, dat is het leven, toch? In het circuslichaam van het bestaan komen we allemaal wel eens een praatgrage buurvrouw tegen.
Da ejaai gaat noggus heel groot worre
Maar een Smizmar kan het niet vervangen! Kijk die bloedjes van kinderen van Kif toch eens!
lol. They are back baby!
Huray! En de 2e aflevering was ook wel Good News.
En het weer maandag: e3!