Als je niets te vrezen heb, heb je niets te verbergen. Gevleugelde woorden die we horen als het erom gaat of we ergens onze privacy voor op willen geven. Bijvoorbeeld al onze privacy, wegens terrorisme. Of onze DNA wegens een beperkt aantal cold cases dat dan opgelost zou kunnen worden.
Wij moeten maar vertrouwen hebben in het systeem, en dat er geen misbruik gemaakt wordt van deze gegevens. Maar dat is dus een foute aanname. Want met iets simpels als uw personalia gelinkt aan uw kentekengegevens kan een persoon al misbruik maken. De belastingdienst trouwens ook, maar daar gaat het even niet over. In dit geval gaat het over de hypothetische situatie dat uw buurman in het slecht beveiligde systeem waar al uw gegevens inzitten gaat zitten neuzen. Of, nouja, de niet-hypothetische politieman die met de account van zijn collega de gegevens van kentekenhouders opvraagt. Omdat ze bij een homo-ontmoetingsplek waren. En ze vervolgens gaat afpersen.
Gebeurt gewoon, met uw gegevens. Dit is één zaak, maar de kans is best groot dat er meer van dit soort zaken zijn. Slechts één slachtoffer wilde bij de zaak aanwezig zijn. Het aangiftepercentage van online afpersing is 8-10%, en dan wordt je nog niet eens door een agent zelf afgeperst. Nu wel. Hoe groot zal de aangiftebereidheid daarvoor zijn?
Moet je nagaan. Dan hebben we het nog niet eens over DNA, maar gewoon over kentekengegevens. Had u eigenijk nog iets te verbergen, meneer?
“Ik heb niets te verbergen” zei de potloodventer en hij slenterde op zijn dooie gemakje door het speeltuintje.
Typisch geval van een micropenis dus.
“Ik heb niets te verbergen!” zei de potloodventer. Hij streelde op zijn dooie gemakje over zijn speeltuintje.