Toen ik een jaar of 10 oud was, werd ik misdienaar in de plaatselijke Rooms-Katholieke kerk, zoals veel jongens in mijn buurt. Ik durf zelfs te stellen dat ik een behoorlijk fundamentalistische misdienaar was, want leeftijdsgenootjes die niet naar de kerk gingen sloegen we gewoon in elkaar.
Het was in principe een vrijwilligersbaantje, maar ieder jaar mochten alle misdienaartjes als beloning met meneer Pastoor met de bus mee naar de Efteling, dat toen nog een wat groot uitgevallen speeltuin was. Na afloop kregen we een puntzak friet en een Sneeuwitje: bier met 7-up. Meneer Pastoor die alcohol schenkt aan 10-jarige jongetjes: nu zou het journaal er waarschijnlijk mee openen, maar halverwege de jaren 70 was dit volstrekt normaal.
Als fundamentalistische misdienaar hing er boven de deur van mijn jongenskamer uiteraard een kruisbeeld. Verder hing er een poster van het PSV elftal dat in 1978 de UEFA-cup won, en dáár weer naast een poster van meidengroep Luv’. Mijn slaapkamermuur was daarmee een prachtige afspiegeling van het kantelpunt waarin niet alleen mijn eigen pubertijd zich bevond, maar waarschijnlijk ook de gehele maatschappij op dat moment, de ontzuiling in het bijzonder. Jezus hing er doodleuk naast Patty Brard, en niemand vond dat raar.
Nu hing die poster van Luv’ daar niet vanwege Patty Brard, maar uitsluitend vanwege de lokale Brabantse schoonheid José Hoebee. In tegenstelling tot Patty Brard en de derde Luv’ dame Marga Scheide zag José er niet uit als een internationaal supermodel. José was het schoolvoorbeeld van de aantrekkingskracht van de “girl next door”, ze zag er op een natuurlijke manier haast terloops knap uit. Iemand zonder kapsones die gewoon bij mij in de straat had kunnen wonen. Ze woonde in werkelijkheid een paar dorpen verderop, wat haar ook iets aanraakbaars gaf. Misschien was dat het ook wel: Patty en Marga waren compleet onbereikbaar voor me, vrouwen van een andere planeet welhaast, maar bij José dichtte ik mezelf als 10-jarige nog wel een kansje toe. Op het einde van het clipje hieronder ziet u trouwens nog meer 10-jarige jongetjes uit die tijd wiens hoofd op hol werd gebracht.
Luv’ brak in 1978 door als de huisband van de komisch VPRO-serie “Het is weer zo laat”, over de louche nachtclub Waldolala, met Dolf Brouwers in de hoofdrol. Onderstaande Theme from Waldolala was niet hun grootste hit, maar het heeft dat edgy Wim T Schippers sausje dat het in mijn ogen onderscheidt van al hun overige dertien-in-een-dozijn-deuntjes.
Met het ontluiken van de eerste onzedige gevoelens voor José besloot ik dat het tijd was om vrijwillig uit het paradijs te stappen. Ondanks een glorieze carriere die voor me in het verschiet lag binnen de RK Kerk -volgens kenners had ik zelfs Bisschop kunnen worden- hing ik mijn Misdienaar-gewaad aan de wilgen en koos voor de muziek.
Dit artikel verscheen eerder op ondergewaardeerdeliedjes.nl
Waldolala ging behoorlijk door de grens van wat op dat moment op TV getoond mocht worden. Close-ups van schaamlippen… Daarna ook weinig meer vertoond.
Waar heb dat nou voor nodig?…reeds.
Luv had een wat truttige geilheid waarvan ik dacht dat Schippers het er als persiflage bij had gestopt.