De Koude Oorlog was gaande toen ik opgroeide, en dus plofte er rond mijn 18e verjaardag een uitnodiging op de deurmat voor de dienstkeuring. Want ons land kende in de vroege jaren ’80 nog De Dienstplicht, wat als je erover nadenkt een bizarre vorm van slavernij is. En dus reisde deze beginnende punker op een koude grijze winterdag naar Breda, met een door het leger verstrekt treinkaartje, met het voornemen om ze eens flink de waarheid te vertellen over dat rotleger van ze!
Het ochtend gedeelte bestond uit een aantal lichamelijke tests, zoals een ogen- en oren test, dat soort dingen, waarbij wij, de jonge potentiele recruten, door het gebouw van testkamer naar testkamer moesten lopen. Het was zoals gezegd nogal koud die dag, en het was een nogal oud tochtig gebouw, dus al vrij snel die ochtend begon mijn blaas op te spelen. Maar hoe ik ook zocht: nergens een toilet te zien. Ik bleef maar braaf doorgaan met het volgen van de route naar de volgende testruimtes, maar de aandrang om mijn blaas te legen werd stilaan pijnlijk ondraaglijk. Ik wrong mijn lijf in allerlei bochten om het maar op te houden, beet bijna tot bloedens toe op m’n lip, en zelfs het angstzweet op mijn voorhoofd bracht geen verlichting.
En net toen het plasprobleem bijna fataal dreigde te worden stond ik ineens tegenover een mevrouw, gezeten achter een balie, die me een plastic bekertje gaf, naar een toilethokje achter me wees, en de historische woorden sprak: “een bodempje is genoeg, hoor!”
Achteraf gezien kan ik dus stellen dat mijn eerste en enige verzetsdaad tegen het militairisme eruit bestond dat ik met een triomfantelijke grijns een tot de rand gevuld bekertje urine op de balie terugzette, tot zichtbare ontzetting van de arme mevrouw die het er weer vanaf moest pakken. Want uiteindelijk werd ik vrijgesteld van Dienstplicht, uitgeloot heette dat. Wat ik stiekem ook wel een beetje jammer vond want ik had vol overtuiging willen weigeren, wat inhield dat je vervangende dienstplicht mocht doen in een Bibliotheek, of een kringloopwinkel.
Deze beginnende punker had vlak voor deze fifteen minutes of army kennis gemaakt met The Clash. Dankzij de leuke hitjes Hitsville UK en Magnificent Seven kocht ik het driedubbel album Sandinista!, en mijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn. En dat bedoel ik uiteraard positief.
Als een spons zoog ik de pascifitsch-anarchistische teksten in me op, er ging bijna letterlijk een muzikale wereld voor me open. Ik overdrijf niet als ik zeg dit de muziek is die mijn leven het allermeest heeft beinvloed. Die mijn muzikale horizon in één klap heeft verbreed, maar die ook de anarchist in me ontwaakte, die me bewust maakte dat ik de vrijheid had om mezelf te zijn. Van een volgzame rusp veranderde ik in een zelfverzekerde vlinder.
It’s up to you, not to heed the call up
I don’t want to die
It’s up to you, not to hear the call up
I don’t want to kill
In de video hieronder valt eenzelfde oproep op de deurmat als die ik kreeg. En waar ik nog enigzins meeging in het systeem door me inderdaad te laten keuren, gaat The Clash een flinke stap verder: The Call Up is niks minder dan een oproep om dienst te weigeren, want anderen mensen doden, of zelf dood gaan is gewoon shit. Want zo simpel is het in feite: wat als er een oorlog zou uitbreken maar niemand komt opdagen? In je eentje kun je niks beginnen, maar al die eentjes opgeteld kunnen weldegelijk het verschil maken.
Overigens weet ik niet wat voor vooruitziende blik The Clash had toen ze dit nummer in 1980 schreef, maar dit tekstfragment is bijna eng om anno maart 2022 te lezen:
Maybe I want to see the wheatfields
Over Kiev and down to the sea
Deze post verscheen eerder op ondergewaardeerdeliedjes.nl
herkenbaar! (afgezien van de muziek). Ik kwam er niet onderuit en heb toch echt moeten bedanken
Fijne intro voor fijne muziek. Ik heb vier keer uitstel gekregen en daarna werd de dienstplicht afgeschaft
Een echte vent laat zich afkeuren!
ik keur deze reactie af!