Uitmelken, het is lang vol te houden maar na een tijd valt de boel toch droog. Dat is zo in relaties, succesformules, kabinetten Rutte, de hand horeca én het aantal modelvarianten van een motorfiets op basis van dezelfde techniek. Zelfs in Hamamatsu, bij Suzuki Kabushikigaisha, is dat besef nu doorgedrongen.
Want de goudaders van de GSX-1000 4-in-lijn en de 90° twin van de SV650 zijn met 22 en 24 jaar nu echt wel uitgeput, met de laatste jaren nog louter een nieuwe kleurstelling als hoogtepunt in de persmap.
Maar zie, het heerlijk avondje is toch gekomen. Plots was daar een nieuwe motor, een 776cc blok in parallelle opstelling. Met een 270° krukas identificeert het zich als een 90° twin (het blok is transangulair?) en mimiekt daarmee ook het karakter en het geluid ervan. Het eerste nieuwe model met het verse hart was de V-Strom 800DE, een hoogpoter. Nu laat Suzuki het ook kloppen in een streetfighter-model, de GSX-8S. En hoe! In het volle middengebied vechten … Oh wacht, rustaaag, even terug naar het begin.
De GSX-8S, niet de best uitspreekbare naam, gelukkig spreekt het ding voor zichzelf: een ranke middelzware streetfighter in de stijl van de nieuwste designtaal van Suzuki, maar dan door KTM te Deeplen naar het Japans.
Mooi? Ach, je eigen kind is altijd mooi. Verder vallen de korte uitlaat op en het demontabele subframe. Die de knipper-achterlicht/kentekenplaathouder … de tering Suzuki, moest dat nou?
Van kijken word je niet geil en motorfietsen zijn om te rijden. Motoport Goes was zo lief om ons een kakelvers, 2km!, exemplaar onder de redactionele bips te schuiven. De vaste testtrack werd opgezocht; een snedige mix van wat NL te bieden heeft aan bestratingen en verkeersremmers, dat alles verspreid over de bebouwde kom, B-wegen en (bochtige opritten tot de) snelweg. Het weer was droog, het vizier donker en het leer van kangoeroe. Hey ho let’s go: 1 omlaag en de rest omhoog!
This is the New Shit
De eerste kennismaking is gelijk prettig: een goede zithouding, ze klinkt leuk uit dat korte pijpje, heeft prima injectie en ditto gasrespons, de versnellingsbak van de hagelnieuwe bike is nu al lekker romig en trefzeker, ook in combinatie met de standaard 2-weg quick shifter.
Het 5” TFT-dashboard is een plaatje, overzichtelijk, goed afleesbaar een eenvoudige bedienbaar om zo bij de 3 rijmodi etc. te komen.
De vering is een prima compromis tussen comfort en prestaties. En gelukkig maar want veel valt er niet in te stellen, hoogstens de voorspanning achter.
Bring on the dancing horses
De ster van de show is duidelijk het motorblok. De Soes heeft een nieuw 776cc tweecilindermotor in parallelle opstelling. Het blok identificeert zich, met een 270° krukas, als een 90° twin. En hoe! In het volle middengebied vechten de newton meters zich de pijp uit om de achterband te mogen flagelleren, wat een genot! Al snel begrijp je dat elke bocht consequent een versnelling hoger genomen kan worden, wegens koppel in overdaad. Boven de 8000 gaat de rek eruit en uit respect voor de lage kilometerstand was dat sowieso een prima bovengrens.
Ondanks dat de zithouding wat verder naar voren gedwongen is stuurt het toch allemaal wat looiig (bandenspanning niet gecontroleerd): ze gaat liever rechtdoor en moet wat de bocht gedwongen worden, eenmaal ingezet wordt de de gewenste lijn prima gevolgd, al zou ik haar persoonlijk wat meer op de neus zetten. Er kan prima gedanst worden met de Soes maar het is meer walsen, terwijl sommigen liever de tango doen of iets anders passievols. Over smaak valt best te twisten, het echter is net als in uw relationele seksleven: maak toch vooral eerst een proefrit. En over sturen gesproken, persoonlijk vond ik de stuurstok wat te breed.
Als even
Zoals al eerder gemeld, de bak is prima. De quick-shifter echter is niet de meest verfijnde, vooral bij terugschakelen. Er valt vast aan te wennen.
Afwerking. Mèh. Een plaatje hier, een hitteschildje daar, de staart met achter- en knipperlichten, ajeto voor mekaar buur! Het voldoet maar blijkbaar was opeens het budget op, ook voor de knipperlichten (geen LEDs). Veel merken doen dit beter.
Het uiterlijk is alsof de designafdeling van Suzuki een KTM moest tekenen. En het mag gezegd, hier staat een motorfiets die er zin in heeft. Is het een tijdloos ontwerp, is ie over een jaar nog mooi, of gaan die aparte looks snel vervelen?
Op de kladblok stond ook de voorrem, maar dat kon worden doorgestreept. Het leek eerder alsof er in een blok hout geknepen werd, het bleek gewoon nieuwigheid. Het zijn prima stoppers met een goede feedback en prima doseerbaar.
Tot slot nog een korte pub quiz: hoeveel liter gaat er in de benzinetank?
Conclusie: let’s fall in love?
Met de nieuwe parallel-twin zet Suzuki eindelijk weer eens een nieuw platform in de markt, dat alleen al is toe te juichen. Dat de Suzuki GSX-8S zo’n fijne rijmotor is maakt het feest verder compleet. Hier kan iemand zwaar verliefd op worden, terwijl ze met €10k niet onbereikbaar is.
Het probleem is dan ook niet de motor zelf maar het feit dat ie aansluit bij de ruif waar anderen al druk staan te kauwen (daarover later meer).
Tox is brommers wezen kieken