Deze week precies een jaar geleden stortte in Bangladesh het Rana Plaza gebouw in. Meer dan 1100 textielarbeiders vonden de dood, 2500 raakten gewond, en deze ramp leidde tot felle kritiek op de arbeidsomstandigheden in de Bengaalse textielbedrijven. Denk niet dat de merken en winkels waar u uw spotgoedkope kleding koopt rechtstreeks zaken doen met deze vaak illegale naai-ateliers in Bangladesh. Opdrachten lopen via een schimmige keten van onderaannemers, wat het lastig maakt om de misstanden aan te pakken, als deze ketens dat al zouden willen. Want et is blijkbaar al te veel gevraagd om wat geld te doneren aan het slachtofferfonds. Fotograaf Ismael Fardous was die bewuste dag vorige jaar toevallig in de buurt, en maakte voor de New York Times bovenstaande documentaire.
Account aanmaken
Welkom! registreer voor een account
Er zal een wachtwoord naar je gemaild worden
Wachtwoord herstel
Vind je wachtwoord terug
Er zal een wachtwoord naar je gemaild worden
“Opdrachten lopen via een schimmige keten van onderaannemers, wat het lastig maakt om de misstanden aan te pakken, als deze ketens dat al zouden willen.”
Ja, want er bestaat heus niet de mogelijkheid om gewoon je productie in eigen beheer te gaan doen. De modeketens zijn gewoon hufters zonder enige vorm van ethiek of moraal kompas. Als ze een euro meer winst kunnen maken, doen ze dat zo – of er nou bloed aan kleeft of niet.